|
![]() De Ten Bunderenstraat met rechts de hoeve waar ooit het Gasthuis Ten Bunderen stond (© Google Streetview). De Ten Bunderenstraat is een verbindingsweg tussen de Menensesteenweg en de Oude Heirweg, ten noorden van de Tuimelare. Het gaat om een van de oudst bekende straten van de Tuimelare. Volgens een oude kloosterkroniek dateert ze zeker al vanaf de 13de eeuw. Samen met de Oude Heirweg (die allicht dateert uit de Romeinse Tijd), de Knaagreepstraat en de Tuimelarestraat staat de Ten Bunderenstraat afgebeeld op tal van oude landkaarten. ![]() Straatnaambord van de Ten Bunderenstraat, aan de hoek met de Oude Heirweg.
De Molenweg, een verre voorloper van de Ten Bunderenstraat
De naam van de Ten Bunderenstraat verwijst naar het Gasthuis Ten Bunderen, dat zich bevond op de hoek van deze straat met de Oude Heirweg, op de plaats waar nu een moderne hoeve staat. Aan de noordkant van het gasthuisdomein was er een brug over de omwalling die, vanuit het kloostergebouw, rechtstreeks toegang verleende tot een smalle aardeweg, Molenweg geheten. Deze liep tot ongeveer ter hoogte van de kruiskapel aan de huidige Menensesteenweg, boog daar af naar het zuiden en leidde naar de "Asselmolen". Deze graanmolen stond in de middeleeuwen op een leen van de Heerlijkheid "Ter Hasselt", in het gehucht St.-Pieter, op het grondgebied Ledegem, en zal in 1914, tijdens Wereldoorlog I, volledig worden. In de loop der tijden kreeg de Molenweg zélf verscheidene namen toebedeeld, o.m. "Gasthuys ten Bunderen Wech", Gasthuuswech" (1582), "Gaesthuusstratgen" (1627) en "Gasthuysstraete" (1702). ![]() De Asselmolen (met gele pijl aangestipt) op de wijk St.-Pieter in Ledegem. Kaart van Ferraris, 1771. De toegang links, van de Heirweg tot de Molenweg, werd afgesloten met een houten hekken om ossespannen en paarden met kar de toegang te ontzeggen. Alleen wandelaars, de zusters en de boeren uit de omtrek, die hun graan zélf sjouwden naar de molen, mochten van deze landweg gebruik maken. Priorin A. De Wilde verwoordde het aldus: "Van den ingank... aen de noortzyde: daer stont aen D'heirstrate (= de huidige Oude Heirweg. nvdr) eene baillie om te beletten van daer te ryden met peerden en wagen... ende daer en moogde maer passeeren, een peert met eenen sak, ende eene Coeye met den bant".
De private Molenweg wordt een openbare dreef![]() Plattegrond van het domein van de Gasthuishoeve in 1765. Ten noorden ervan: de door eikenbomen omzoomde Molenweg (rode stip). Reconstructietekening van Zr. A. Barbaix. Bijna twee eeuwen lang bleven de zusters in Ieper in het bezit van al hun vroegere eigendommen. Ook van de Gasthuishoeve op de huidige Tuimelarehoek, die in het begin van de 17de eeuw werd heropgebouwd. Op oude landkaarten werd die omwalde boerderij tot ver in de 18de eeuw steevast aangeduid als "Gasthuis ten Bunderen", hoewel het oude kloostergebouw voorgoed verdwenen was en de zusters definitief waren vertrokken! Tussen 1751 tot 1753, tijdens het bewind van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia, werd de steenweg Brugge-Menen-Roeselare aangelegd. Drie jaar later, in 1756, lieten de zusters opnieuw de houten balie, die eeuwenlang een afsluiting had gevormd tussen de oude Heirweg en de private Molenweg, plaatsen aan de ingang van de gasthuishoeve. Dat was op vraag van de pachter Jozef Verraes. Die was het grondig beu om voortdurend de Molenweg en de groenzones errond te moeten herstellen, omdat voorbijrijdende boerenkarren nogal wat schade aanrichtten. Hij haalde met twee argumenten zijn slag thuis: 1) de Molenweg was altijd al een private weg geweest en 2) vroeger stond er ook al zo'n houten hekwerk bij de toegang tot de Molenweg. ![]() De dreef (gele pijl) tussen het Gasthuis (blauwe stip) en de Menensesteenweg (groene stip), tegenover de Kruiskapel (rode pijl). Ferrariskaart, 1771. In 1763 werd de gasthuishoeve, "d'hofstede genoemt het gasthuys", verbonden door een 400 meter lange lommerrijke dreef met de eerder aangelegde Meensesteenweg, "tot recht over de Capelle alwaer het Cruys staet" (Agnes De Wilde, Jaer-boek). In 1765 werd deze dreef omzoomd door eikenbomen en door de overheid omgedoopt tot een "schauwstraete" (= openbare weg), voortaan voor iedereen toegankelijk dus. De houten afsluiting aan de ingang van de dreef, ter hoogte van de Gasthuishoeve, verdween definitief. In 1783 keerde op brutale wijze het tij voor de zusters van Ten Bunderen. De Oostenrijkse keizer Jozef II schafte in dat jaar de communauteit en het klooster in Ieper af. Alle roerende en onroerende eigendommen van de zusters - vooral op het grondgebied van de huidige Tuimelarewijk, maar ook in de rest van Moorslede, te Ledegem, Roeselare, Beitem en Dadizele - werden in beslag genomen en overgedragen aan de Staat. De jaarlijkse opbrengst van de "Gasthuys-hoeve" en van alle omringende landbouwgronden, bossen, weiden, vijvers, enz. kwam terecht in de Religiekas in Brussel. Tenslotte werden, onder het Frans Bewind (1795-1815), alle bezittingen van de Bunderzusters openbaar verkocht. De gasthuishoeve ging in 1800, als "Nationaal Domein Goed", onder de hamer op een publieke veiling in Brugge.
Vanaf de 19de eeuw![]() De Ten Bunderenstraat (blauwe pijl) op de Atlas der Buurtwegen (1842). Halfweg de 19de eeuw werden enkele gedetailleerde wegen- en kadasterkaarten uitgegeven van het onafhankelijk geworden België. In opdracht van nationale overheid werd in 1842 de Atlas der Buurtwegen samengesteld met, per toenmalige gemeente, een detailplan van alle openbare wegen en private wegen met openbare erfdienstbaarheid. De atlas maakte een onderscheid tussen de buurtwegen en de voetwegen (= smalle wandelpaden waarvan de bedding gewoonlijk toebehoort aan de aangelanden). Op de bovenstaande uitsnede van deze Atlas is nauwkeurig het tracé van de huidige Ten Bunderenstraat (blauwe pijl) getekend . Die vormde toen, samen met de Knaagreepstraat (gele pijl) en de Veldstraat (nu Mgr. Catrystraat) de "Chemin n° 20", met uitzondering van een stuk "Chemin n° 9" (lichtblauwe pijl) op Roeselaars grondgebied. Ten westen komt de straat uit in de Oude Heirweg (bruine pijl), ter hoogte van de de Gasthuishoeve (rode stip). Ten oosten mondt ze uit in de Menensesteenweg (purperen pijl), met aan de overkant de Kruiskapel (groene stip).
![]() De Ten Bunderenstraat (groene pijl) op de Topografische kaart Vandermaelen (1846-1854). Aan de uiteinden: links de Gasthuishoeve (blauwe stip), rechts de Menensesteenweg (groene stip), tegenover de Kruiskapel.
![]() De ingang van de Ten Bunderenstraat, op de hoek met de Menensesteenweg (© Google Streetview). In 1895 werd de huidige Ten Bunderenstraat, samen met de Oude Heirweg en de Gentstraat geplaveid (Bron: Georges Bouten. Verhalen en Geschiedenissen van de Gemeente Moorslede, 1967). In de vorige eeuw kwam daar een laag asfalt bovenop. Vroeger werd de Ten Bunderenstraat ook nog "Tuimelare" (tot 1970) en "Bunderstraat" genoemd. ![]() Satellietfoto van de Tuimelarewijk met de Ten Bunderenstraat (© Google Earth, 2010).
|